Dossier Hema : beëindigen van arbeidsrelatie omwille van de hoofddoek is discriminatie op grond van geloof
De Arbeidsrechtbank te Tongeren heeft vandaag, 2 januari 2013, geoordeeld dat het beëindigen van de arbeidsrelatie omwille van het dragen van een hoofddoek een directe discriminatie op grond van geloof inhoudt. Het Centrum was van oordeel dat het voorgaande is strijd is met de anti-discriminatiewetgeving en is dan ook vrijwillig tussengekomen in dit dossier.
Ter herinnering, in februari 2011 heeft HEMA beslist om haar arbeidrelatie met een uitzendkracht stop te zetten omdat ze weigerde haar hoofddoek af te zetten op de werkvloer. HEMA rechtvaardigde haar beslissing door te stellen dat ze zich wil aanpassen aan de “Belgische cultuur en gewoonten”: in België zou het immers niet gebruikelijk zijn om een hoofddoek te dragen in winkelketens. In de Nederlandse vestigingen van HEMA is het dragen van de hoofddoek wel toegelaten.
“De uitspraak is in twee opzichten interessant”, stelt Jozef De Witte , directeur van het Centrum. In eerste instantie wordt het “klantenargument” duidelijk niet aanvaard als rechtvaardiging voor een discriminatie op grond van geloof, net als in de zaak-Feryn. Anders gezegd, stereotypen en vooroordelen van klanten kunnen geen rechtvaardiging zijn voor een verboden discriminatie, en kunnen dus geen aanleding geven tot een verregaande beperking van een individuele vrijheid zoals de vrijheid van godsdienst. Daarnaast doet het vonnis ons herinneren dat de uitzonderingsregel van de wezenlijke en bepalende beroepsvereisten zorgvuldig gehanteerd dient te worden en alleen gebruikt mag worden voor die beroepsvereisten die strikt noodzakelijk zijn om de activiteiten in kwestie uit te oefenen.
Vergelijkbare artikels
Nog geen duidelijkheid over neutraliteitsbeleid in private sector
Europese richtlijn om burgers beter te beschermen tegen discriminatie
Unia is zeer verheugd over de goedkeuring van de richtlijn over normen voor "organen voor gelijke behandeling" door de Raad van de Europese Unie op 7 mei, onder Belgisch voorzitterschap. Dit is een belangrijke richtlijn in de huidige politieke context, omdat ze normen vastlegt om de onafhankelijkheid van gelijkheidsorganen zoals Unia te garanderen, hen te voorzien van voldoende middelen en hun mandaat en bevoegdheden te versterken.
Welke neutraliteit in overheidsdiensten?
Op 28 november 2023 oordeelde het Hof van Justitie van de Europese Unie in een arrest over het dragen van tekenen van godsdienstige overtuigingen in overheidsdiensten. Het Hof legt geen keuze op, maar wijst erop dat werkgevers altijd voor een inclusieve neutraliteit kunnen kiezen.
MIVB veroordeeld wegens discriminatie sollicitante met hoofddoek
Unia is tevreden over de uitspraak van de Brusselse arbeidsrechtbank op 3 mei 2021 in de rechtszaak tegen de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB. Mevrouw T., Unia en de Ligue des droits humains waren naar de rechter getrokken.