Een zwaardere straf voor antisemitische pesterijen
De correctionele rechtbank van Brussel neemt het verwerpelijk motief in aanmerking
De correctionele rechtbank van Brussel heeft het zogenoemde verwerpelijk motief in aanmerking genomen in een zaak rond antisemitische pesterijen. Bij haatmisdrijven of misdrijven die ingegeven zijn door haat, minachting of vijandigheid tegenover een minderheid of een bijzondere groep kan de rechter een zwaardere straf uitspreken.
In deze zaak had de beklaagde twee voormalige hiërarchische oversten sms’en en e-mails gestuurd waarin hij hen bedreigde. Eén van beiden sprak hij expliciet op zijn jood-zijn aan. Hij verwees daarbij veelvuldig naar auteurs, bekende figuren, beelden en gebeurtenissen; zijn boodschappen waren een amalgaam van antizionisme, verwijzingen naar joodse samenzweringen en doodsbedreigingen. De rechter erkende de overwegend antisemitische context van de boodschappen als een verzwarende omstandigheid.
Voor misdrijven ingegeven door haat, minachting of vijandigheid tegenover een persoon op basis van een van de door de antidiscriminatiewetgeving beschermde criteria voorziet het Strafwetboek een verzwaring – tot zelfs een verdubbeling – van de minimumstraf. Afkomst, en dus ook joodse afkomst, is één van die criteria.
Het Interfederaal Gelijkekansencentrum had zich burgerlijke partij gesteld in deze zaak, aan de zijde van de slachtoffers. ‘De strijd tegen haatmisdrijven is één van onze wettelijke opdrachten’, zegt Jozef De Witte, directeur van het Centrum. ‘Als het gaat over antisemitisme, gaat het niet alleen over woorden; het gaat ook over daden. We leven in een klimaat waarin uitspraken als ‘Dood aan alle joden’ niet van de lucht zijn. In zo’n klimaat mag het niet verbazen dat sommigen tot daden overgaan, en zich schuldig maken aan antisemitische pesterijen of agressie.’
De Witte: ‘Een haatmisdrijf is niet alleen traumatiserend voor het slachtoffer en zijn omgeving, het maakt de groep waartoe het slachtoffer behoort ook angstig en onzeker. Het houdt, met andere woorden, een gevaar in voor de democratie en de samenleving in haar geheel. Daarom hebben we ons in deze zaak burgerlijke partij gesteld. Onze samenleving mag niet aanvaarden dat wie dan ook het slachtoffer is van pesterijen, geweld of erger vanwege een onderdeel van zijn identiteit: zijn huidskleur, zijn seksuele geaardheid, zijn handicap, zijn geloof, zijn afkomst enzovoort. Door te erkennen dat daarvan in deze zaak sprake was, heeft de correctionele rechtbank van Brussel een duidelijk signaal gegeven.’
Ter info
In 2013 ontving het Centrum 85 meldingen over antisemitisme en/of negationisme; op basis van die meldingen opende het 50 dossiers. In 33 dossiers waren er voldoende indicaties om van een strafrechtelijke inbreuk te spreken; het ging daarbij vooral om aanzetten tot haat, discriminatie of geweld op het internet.
Vergelijkbare artikels
Europese richtlijn om burgers beter te beschermen tegen discriminatie
Unia is zeer verheugd over de goedkeuring van de richtlijn over normen voor "organen voor gelijke behandeling" door de Raad van de Europese Unie op 7 mei, onder Belgisch voorzitterschap. Dit is een belangrijke richtlijn in de huidige politieke context, omdat ze normen vastlegt om de onafhankelijkheid van gelijkheidsorganen zoals Unia te garanderen, hen te voorzien van voldoende middelen en hun mandaat en bevoegdheden te versterken.
Diversiteitsplan Gent: kansen voor een inclusieve stad
De stad Gent presenteerde dinsdag haar nieuw plan voor meer diversiteit en inclusie bij het stadspersoneel. Gent wil dat haar personeelsbestand een betere afspiegeling vormt van de lokale samenleving, en stelt nu een kader voor om dat te realiseren. Unia reageert enthousiast op de voorstellen.
Positieve actie mogelijk op arbeidsmarkt: Unia reageert
Opnieuw een stap richting gelijke kansen voor iedereen die wil werken in de privésector’, zo reageert Unia tevreden op het KB Positieve Acties dat vandaag werd goedgekeurd door de Ministerraad.
Meer dossiers over arbeidsdiscriminatie bij Unia in 2017
Vorig jaar opende Unia in het totaal 2.017 dossiers over situaties waarin mensen zich gediscrimineerd voelden. Dat is een stijging van 6 procent ten opzichte van 2016 (1.907 dossiers). Unia opende het vaakst dossiers over arbeidsdiscriminatie. Ondanks enkele verbeteringen op wetgevend vlak trekt Unia aan de alarmbel.