Zoek Beslissing
Hof van beroep Luik, 22 december 2006
Het hof bevestigt het vonnis, geveld in eerste aanleg op 24 maart 2006, door de rechtbank in Verviers. Zo stelt het hof dat de beklaagden M., B. en L. wel degelijk aangezet hebben tot discriminatie, rassenscheiding, raciale haat of geweld in de zin van de wet van 30 juli 1981.
Hof van beroep Luik, 6 februari 2006
De rechtbank van eerste aanleg te Luik had in haar beslissing dd. 27 september 2004 de vordering tot staking ingediend door een ex-lid (uitgesloten) van een groepering met godsdienstig doel ongegrond verklaard. Het Hof meent dat de discriminatie niet het gevolg is van de uitsluiting maar van de richtlijnen die hiermee gepaard gaan en hun toepassing door de aanhangers van de groepering. Daarenboven, volgens het Hof, bewijst hij niet dat er directe discriminatie geweest is en weerlegt hij niet het gebrek aan rechtvaardiging. Dit arrest zal verbroken worden door het Hof van cassatie op 18 december 2008.
Hof van beroep Luik, 2 november 2005
De correctionele rechtbank van Luik veroordeelde een eigenaar op basis van artikel 2 van de antiracismewet omdat hij weigerde zijn eigendom te verhuren aan een persoon op basis van de huidskleur en godsdienstige overtuigingen van zijn echtgenote. De rechtbank baseerde zich ondermeer op de getuigenis van een agent van het immobiliënkantoor.
Rechtbank van eerste aanleg Luik, afdeling Luik, 27 september 2004
Een ex-lid (uitgesloten) van een groepering met godsdienstig doel beklaagt zich er over dat hij het slachtoffer is van discriminatie en leidt een vordering tot staking in. De voorzitter van de rechtbank meent dat hij niet uitlegt over welke discriminatie hij zich beklaagt en verklaart de vordering ongegrond. Deze beslissing zal bevestigd worden door het Hof van Beroep te Luik (arrest van 6 februari 2006). Dit arrest zal verbroken worden door het Hof van Cassatie bij arrest van 18 december 2008.
Hof van beroep Luik, 17 mei 2004
De beklaagde wordt veroordeeld voor inbreuk op artikel 1 (aanzetten tot en publiciteit geven aan zijn voornemen tot discriminatie) van de wet van 30 juli 1981. Hij wordt niet veroordeeld op grond van artikel 3 uit hoofde van het principe "non bis in idem" aangezien hij hiervoor door het Hof op 5 februari 2003 reeds veroordeeld was. Opmerkelijk is dat het Hof de strafmaat vermindert en de vordering van het Centrum onontvankelijk verklaard wegens gebrek aan persoonlijk belang ondanks de wettelijke opdrachten van het Centrum.
Hof van beroep Luik, 5 februari 2003
Een politicus werd reeds veroordeeld wegens aanzetten tot haat, geweld en discriminatie o.m. op basis van zijn publicaties. Ondanks deze veroordeling gebruikt hij opnieuw deze publicaties onder het mom van verkiezingsprogramma. Hij wordt opnieuw veroordeeld.
Correctionele rechtbank Luik, afdeling Luik, 28 januari 2002
Hubert D was door het hof van beroep van Luik veroordeeld voor het houden van een racistische toespraak in de provincieraad (Luik, 18/10/99). Bij het commentariëren van dit arrest in een publicatie van het REF bevestigde hij zijn voorstellen ondanks deze veroordeling wegens aanzetten tot racisme. In dezelfde periode had hij een nieuwe beweging opgericht, het BLOC WALLON, waarvoor hij verkiezingsdrukwerk had uitgegeven.
Correctionele rechtbank Luik, afdeling Luik, 28 december 2001
In een aantal kranten verscheen in oktober 2000 een advertentie voor de huur van een appartement, met de vermelding “Etrangers, s'abstenir”. Het Centrum daagde de verhuurder voor de rechtbank wegens inbreuken op artikel 1, 3° en 4° van de antiracismewet. De rechtbank gaf het Centrum gelijk omdat deze wetbepaling geen kwaadwillige intentie vereist.
Correctionele rechtbank Luik, afdeling Verviers, 5 september 2000
Tijdens de gemeenteraad te Verviers op 24 maart 1997 had een extreemrechts gemeenteraadslid het over “canaille maghrébine”, “racaille policière”, enz. Zowel de gemeente als de MRAX dienden klacht in wegens laster en het aanzetten tot haat.
Hof van beroep Luik, 18 oktober 1999
Het publiceren van een toespraak in een tijdschrift volstaat niet om het misdrijf dat gebeurd is ter gelegenheid van het uitspreken ervan om te zetten in een drukpersmisdrijf. De correctionele rechtbank is dan ook bevoegd om kennis te nemen van het misdrijf.
Volg ons op onze sociale media