Arbeidshof Luik, afdeling Luik, 26 september 2022
Een vrouw solliciteert voor een functie op de luchthaven. Ze komt als eerste uit de selectie, maar omwille van een afwijking aan één van haar handen mag ze niet deelnemen aan de opleiding die voor deze functie is vereist. Het arbeidshof bevestigt dat er sprake is van directe discriminatie op basis van handicap.
Datum: 26 september 2022
Instantie: arbeidshof Luik, afdeling Luik
Criterium: handicap
Actiedomein: werk
De feiten
De vrouw was sinds 2015 statutair medewerker van de FOD Financiën. In 2017 solliciteerde ze voor de functie van ‘medewerker operationele dienst’ op de luchthaven van Bierset. Dat gebeurde naar aanleiding van een interne vacature. De kandidaten dienden over de vereiste vaardigheden te beschikken en ze moesten een opleiding volgen over het gebruik van handboeien, pepperspray en een telescopische wapenstok. De vrouw kwam als eerste uit de selectie, maar ze mocht toch niet deelnemen aan de opleiding omwille van het feit dat ze aan agenesie leed (een congenitale afwijking aan één van haar handen). Nochtans had de arbeidsgeneesheer vastgesteld dat ze over voldoende vaardigheden beschikte om de functie uit te oefenen.
De vrouw vocht de beslissing aan van de FOD Financiën want ze vond het onterecht dat ze niet mocht deelnemen aan de opleiding waarvoor ze als eerste uit de selectie kwam. De arbeidsrechtbank gaf opdracht om de discriminatie te staken en om de vrouw aan te stellen in de functie waarvoor ze had gesolliciteerd.
Beslissing
- Het arbeidshof bevestigde dat er sprake was van directe discriminatie op basis van handicap voor wat betreft de weigering om een opleiding te volgen voor de indiensttreding. De Belgische staat had niet aangetoond dat de weigering verband hield met een wezenlijk en bepalende beroepsvereiste. Het arbeidshof bevestigde dat de discriminatie moest worden gestaakt en dat toegang moest worden gegeven tot de opleiding. De vrouw heeft ondertussen de opleiding kunnen volgen en ze slaagde zonder dat belangrijke aanpassingen nodig waren.
- Het arbeidshof volgde de arbeidsrechtbank niet in zoverre dat die had beslist dat de vrouw in de functie moest worden benoemd. Het arbeidshof oordeelde dat dit strijdig was met de contractvrijheid/wilsautonomie en de scheiding der machten. Deze stellingname was eerder van principiële aard en zonder reëel gevolg aangezien de Belgische staat de vrouw inmiddels had aangesteld in de functie. Ze oefent de functie al enkele maanden zonder enig probleem uit, nadat ze toegang had gekregen tot – en voluit geslaagd was in – de opleiding.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Arbh. Luik, afd. Luik, 26-09-2022
Vergelijkbare rechtspraak Arbeidshof Luik, afdeling Luik, 26 september 2022
Rechtspraak over racistische en andere haatdragende uitlatingen op het werk: analyse van juni 2024
Arbeidshof Luik, afdeling Neufchâteau, 18 oktober 2023
Het is volstrekt disproportioneel om van een werkgever te verlangen dat die het risico van inkomensverlies, dat is voorzien in een collectieve verzekeringspolis, op zich zou nemen wanneer de gezondheidstoestand van de werknemer maakt dat hij er geen aanspraak op heeft.
Arbeidsrechtbank Luik, afdeling Luik, 5 maart 2024
De voorzitter van de arbeidsrechtbank oordeelt dat een brandweerman het slachtoffer werd van directe discriminatie op basis van handicap en van het weigeren van redelijke aanpassingen. De voorzitter van de arbeidsrechtbank legt positieve maatregelen op aan de werkgever (samen met een dwangsom) en kent een forfaitaire schadevergoeding toe van zes maanden brutoloon.