Correctionele rechtbank Leuven, 23 januari 2007
Hof van Beroep van Brussel, 8 mei 2007
Vijf jongeren, waaronder drie minderjarigen, hadden voorafgaandelijk een beslissing genomen om ‘zwarten, untermenschen’ op te zoeken in Tienen en om deze eens goed onder handen te nemen. Het slachtoffer, een 18 jarige erkende Slowaakse vluchteling, kreeg naast slagen en verwondingen vier messteken in de buikregio en werd hierbij potentieel levensbedreigend gewond.
“Het getuigt van een laag moreel besef om met een groep een niets vermoedende persoon te overvallen en zwaar toe te takelen door hem te slaan en te stampen nadat hij al weerloos op de grond ligt. De aard van het gepleegde feit en het motief, namelijk blind racisme, verantwoorden daarom een strenge straf als signaal naar de samenleving en in het bijzonder naar anderen die een gelijkaardig ideeëngoed aanhangen, en die niet terugschrikken voor fysiek geweld’.
Het Hof van Beroep van Brussel heeft in zijn arrest van 8 mei 2007 zwaardere straffen uitgesproken: de twee meerderjarigen werden veroordeeld voor vijf (ipv. drie jaar) gevangenisstraf waarvan de helft met uitstel en mits het naleven van een aantal voorwaarden, waaronder het verbod om deel te nemen aan activiteiten van extreem rechts, zoals bijeenkomsten van Bloed, Bodem Eer § Trouw, Blood § Honour en het verbod op wapenbezit.
Downloads
Vergelijkbare rechtspraak Correctionele rechtbank Leuven, 23 januari 2007
Correctionele rechtbank Brussel (Franstalige), 26 februari 2014
Leden van de spoorwegpolitie werden beschuldigd van geweld tegenover daklozen en mensen zonder papieren. De incidenten vonden plaats tussen 8 januari en 26 november 2006. In totaal werden een vijftiental personen het slachtoffer van onterende en gewelddadige handelingen. Het gedrag ten aanzien van bepaalde slachtoffers was ingegeven door racistische motieven die een verzwarende omstandigheid vormden. De vordering van het Centrum was ontvankelijk en gegrond.