Grondwettelijk Hof, 4 juni 2020
Een hogeschool van de Stad Brussel verbiedt in haar huishoudelijk reglement o.m. het dragen van religieuze tekens. Ze beroept zich hiervoor op het decreet van 31 maart 1994 van de Franse Gemeenschap (artikel 3) dat de neutraliteit van het gemeenschapsonderwijs definieert. Meerderjarige leerlingen die de hoofddoek wensen te dragen, starten een rechtszaak en de rechtbank formuleert een prejudiciële vraag.
Datum: 4 juni 2020
Instantie: Grondwettelijk Hof
Criterium: geloofsovertuiging
Beslissing:
Het verbod is niet in tegenstrijd met de neutraliteitsplicht die geldt in het officieel onderwijs en houdt geen schending in van de godsdienstvrijheid zoals gewaarborgd door het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Unia was betrokken partij.
Afgekort: GWHof., 4-06-2020
Vergelijkbare rechtspraak Grondwettelijk Hof, 4 juni 2020
Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 16 mei 2024
Twee middelbare scholen uit het Vlaamse gemeenschapsonderwijs verbieden hun leerlingen om zichtbare religieuze tekenen te dragen. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt dat dit verbod niet in strijd is met de bepalingen over de godsdienstvrijheid uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.