Hof van assisen van de provincie Henegouwen, 28 juni 1994
De kamer van inbeschuldigingstelling van Bergen, 4 januari 1994 was van mening dat “indien de PFN zoals elke andere partij het recht heeft om bepaalde meningen in het openbaar te verdedigen en om bepaalde oplossingen aan te prijzen voor de immigratieproblemen, de wet (…) haar verbiedt om dit te doen op basis van een radicale rassendiscriminatie die hoofdzakelijk gestoeld is op het verschil in cultuur en beschaving van de vreemdelingen, en door middel van het aanwenden van beledigende uitspraken of attitudes. Dergelijk gedrag is onvermijdelijk van aard om in het publiek gevoelens van misprijzen, van algemene en onvoorwaardelijke afwijzing, zelfs van haat ten aanzien van vreemdelingen op te wekken”.
Het hof stelt vast dat deze inbreuk werd gepleegd via drukwerk dat vermenigvuldigd is en verwees de gedaagden derhalve naar het hof van assisen voor persmisdrijf.
Het hof van assisen spreekt de beklaagden vrij in het kader van het persmisdrijf maar veroordeelt hen als lid van een racistische partij.
Downloads
Vergelijkbare rechtspraak Hof van assisen van de provincie Henegouwen, 28 juni 1994
Correctionele rechtbank Brussel (Franstalige), 26 februari 2014
Leden van de spoorwegpolitie werden beschuldigd van geweld tegenover daklozen en mensen zonder papieren. De incidenten vonden plaats tussen 8 januari en 26 november 2006. In totaal werden een vijftiental personen het slachtoffer van onterende en gewelddadige handelingen. Het gedrag ten aanzien van bepaalde slachtoffers was ingegeven door racistische motieven die een verzwarende omstandigheid vormden. De vordering van het Centrum was ontvankelijk en gegrond.