Hof van Cassatie, 1 april 2019
Een dame wordt ernstig ziek rond haar vijftigste. Haar werkgever voorziet een vorm van inkomensgarantie tot de leeftijd van zestig. Daarna kan ze ofwel op pensioen gaan, ofwel in dienst blijven maar zonder inkomensgarantieregeling en dus met enkel de uitkering van het ziekenfonds. Ze roept discriminatie in zowel op grond van leeftijd als op grond van handicap en gezondheid.
Het arbeidshof van Brussel beslist op 21 februari 2017 dat er geen sprake is van discriminatie op grond van leeftijd in het kader van deze aanvullende regeling voor sociale zekerheid aangezien het onderscheid niet leidt tot discriminatie op grond van geslacht. De dame heeft wel degelijk een handicap maar ze heeft nooit om redelijke aanpassingen gevraagd voor een herinschakeling. Daarom kon de werkgever zich niet schuldig maken aan indirecte discriminatie op grond van handicap.
Datum: 1 april 2019
Instantie: Hof van Cassatie
Criterium: leeftijd
Beslissing:
Het Hof van Cassatie verbreekt het arrest voor wat betreft de leeftijdsdiscriminatie. De antidiscriminatiewet bedoelt de aanvang maar niet de duur of het einde van de tussenkomst. Door een einddatum te voorzien van de tussenkomst op grond van een leeftijdsgrens is er wel degelijk sprake van discriminatie.
Unia was geen betrokken partij.
Afgekort: Cass., 1-04-2019
Downloads
Vergelijkbare rechtspraak Hof van Cassatie, 1 april 2019
Rechtspraak over racistische en andere haatdragende uitlatingen op het werk: analyse van juni 2024
Hof van Justitie van de Europese Unie, 7 december 2023
Een 28-jarige studente met een handicap plaatste een advertentie voor een persoonlijke assistent “bij voorkeur tussen 18 en 30 jaar oud”. Een vrouw die in 1968 was geboren solliciteerde, maar kreeg een negatief antwoord. Ze oordeelde dat ze werd gediscrimineerd op basis van haar leeftijd. Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelt in dit arrest dat het toegelaten is om een leeftijdsvoorwaarde te stellen.