Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Nederlandstalige), 18 juli 2017
De NMBS weigerde om een reiziger die een rolstoel gebruikt op de trein te helpen in het station van Tielen. Het station van Tielen werd enkele jaren terug volledig gerenoveerd en is rolstoeltoegankelijk. Ook na tussenkomst van Unia bleef de NMBS weigeren om aanpassingen te voorzien. Daarom stapte Unia naar de rechtbank.
Criterium: handicap
Datum: 18 juli 2017
Instantie: Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel (Unia was partij)
Beslissing:
De rechtbank van eerste aanleg oordeelt dat de aanpassingen die nodig zijn om de man op de trein te helpen van de NMBS een te grote inspanning vergen en niet in verhouding staan tot de voordelen die de betrokken reiziger hiervan ondervindt.
Reactie Unia
Unia meent dat de rechtbank een veel te groot gewicht toekent aan de kosten die de aanpassingen voor de NMBS met zich zouden meebrengen. Tegelijk onderschat de rechtbank de voordelen die de betrokkene zou ondervinden mocht hij wel gebruik kunnen maken van het station van Tielen. Hij zou dan meer kunnen gaan werken, meer tijd kunnen spenderen aan zijn favoriete G-sport en zijn sociale contacten beter kunnen onderhouden. Er zijn alternatieven (zoals een taxi), maar die zijn voor de betrokkene erg kostelijk en ze zijn niet inclusief.
Unia is daarom van oordeel dat het vonnis niet in de lijn ligt van het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap en beslist om hoger beroep in te stellen tegen het vonnis.
Vergelijkbare rechtspraak Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Nederlandstalige), 18 juli 2017
Raad van State, 6 maart 2024
De Raad van State schorst de beslissing van een gemeente om een man ambtshalve te schrappen uit het bevolkingsregister. De man verbleef in een mobiele woning en had een referentieadres in de gemeente.
Grondwettelijk Hof, 21 maart 2024
Door de wet van 30 oktober 2022 werd een premie voor elektriciteit en gas toegekend aan huishoudelijke afnemers. De wet was niet van toepassing op personen die in assistentiewoningen en woonzorgcentra verbleven. Het Grondwettelijk Hof oordeelt dat het niet toekennen van deze premies aan personen die in woonzorgcentra en assistentiewoningen verbleven geen discriminatie vormt.