Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Nederlandstalige), 31 mei 2011
In een aantal kantoren van een uitzendbureau worden in het kader van een strafonderzoek aanwijzingen teruggevonden dat bepaalde kantoren ingaan op de discriminatoire wensen van klanten. Het strafonderzoek draait op een sisser uit wegens de taal waarin het gevoerd werd. Er wordt dan een zaak aangespannen voor de burgerlijke rechtbank. Deze acht de feiten, op grond van wat zich in het strafbundel bevindt, bewezen in die zin dat blijkbaar de feiten gekend waren tot op het niveau van het bestuur dat zijn kantoorhouders niet bijstond en voorrang gaf aan de omzet. Maar van een algemeen discriminatoir beleid van het bedrijf kan volgens de rechtbank geen sprake zijn.
Vergelijkbare rechtspraak Rechtbank van eerste aanleg Brussel (Nederlandstalige), 31 mei 2011
Rechtspraak over racistische en andere haatdragende uitlatingen op het werk: analyse van juni 2024
Hof van beroep Antwerpen, 25 juni 2008
Gewone telefoongesprekken, waarvan (1) de inhoud wordt bevestigd (onder eed) door een derde waarvan de geloofwaardigheid niet in twijfel wordt getrokken en (2) de gegevens op het uittreksel van de telefoonrekening, zijn voldoende ernstig en relevant om te worden beschouwd als elementen die aanleiding geven tot het verdelen van de bewijslast.
Arbeidsrechtbank Luik, afdeling Hoei, 9 oktober 2023
De arbeidsrechtbank oordeelt in dit vonnis dat het ontslag van een bewakingsagent van Maghrebijnse origine niet discriminatoir was, maar wel samenhing met het slechte functioneren van de man.